Lezen

In het leesonderwijs onderscheiden we:

  • Aanvankelijk lezen
  • Begrijpend lezen
  • Technisch lezen
  • Studerend lezen

 

Vanaf groep 1 wordt gestart met het aanvankelijk leesonderwijs in spelende vorm, vanaf groep 3 gebruiken wij hiervoor de nieuwste versie van de methode Veilig Leren Lezen. We vinden het belangrijk om ouders vooral bij het leesonderwijs van hun kind nauw te betrekken. Hierin werken ouders en school ook samen met de bibliotheek op school.

Dagelijks wordt er aandacht besteed aan leesonderwijs. Hiervoor wordt in leerjaar 4 t/m 8 de methode Estafette ingezet. Wij vinden het belangrijk dat kinderen plezier beleven aan lezen. Kinderen kiezen zelf leesboeken in onze eigen Theresia schoolbibliotheek waar populaire boeken en nieuwe titels boeken te vinden zijn.

Voor begrijpend lezen maken we gebruik van de actuele methode Nieuwsbegrip XL. Elke week worden er vanuit een actueel nieuwsonderwerp, lessen begrijpend lezen ontwikkeld. Ook leggen we hier een verbinding met de studievaardigheid methode Blits en de verschillende thema’s die vanuit Wereldorientatie centraal staan.

 

Taal

Het taalonderwijs begint in de Voorschool, de peutergroepen en in de onderbouwgroep (1/2) waar gebruik gemaakt wordt van het programma LOGO 3000. Het accent van ons onderwijs ligt op het vergroten van de woordenschat en loopt door t/m leerjaar 8.

In leerjaar 3 ligt het accent op het taalonderwijs, de aanvankelijk leesmethode Veilig Leren Lezen, die tevens ondersteund wordt door LOGO middenbouw.

Voor de leerjaren 4 t/m 8 bieden wij elke leerling een aanbod vanuit de SLO leerlijnen. Dit aanbod kent een rijke variatie doordat wij gebruik maken van Taal Actief als bronmateriaal, De Taalkast, Gynzy op de computer en creatieve verwerkingen waarin toepassing van geleerde taalvaardigheden centraal staat.

 

Voor kinderen die rechtstreeks uit een ander land bij ons op school komen en de taal niet beheersen, zijn er schakelklassen binnen Rotterdam waar zij beginnen. Kinderen vanaf 6 jaar gaan dan voor een bepaalde tijd naar een andere school voor lessen in de Nederlandse taal. Wanneer zij voldoende taalvaardig zijn om de lessen te kunnen volgen, komen zij naar de Theresiaschool.

 

Financiele middelen vanuit de gemeentelijke subsidie worden door ons op taalgebied ingezet door zoveel mogelijk leerkrachten in de groep te faciliteren. Hierdoor kunnen leerlingen in kleine setting met een leerkracht werken aan hun taalontwikkeling.

 

Rekenen

In de onderbouw wordt gewerkt aan kleuterwiskunde. Spelenderwijs komen kinderen in aanraking met aantrekkelijk concreet rekenmateriaal dat hen helpt te tellen, ordenen, meten, wegen en rekenbegrippen toe te passen. De leerstof sluit aan bij de SLO leerlijnen waardoor alle rekenaspecten die noodzakelijk zijn aan bod komen. Vanaf groep 3 gebruiken wij de rekenmethode (Wereld in getallen), het concreet materiaal en Gynzy om de rekenlessen vorm te geven.

Financiele middelen vanuit de gemeentelijke subsidie worden door ons op rekengebied ingezet door zoveel mogelijk leerkrachten in de groep te faciliteren. Hierdoor kunnen leerlingen in een kleine setting werken aan hun rekenontwikkeling.

Engelse taal

Wettelijk is het basisscholen verplicht om Engels te geven vanaf leerjaar 7. Wij kiezen ervoor dit al vanaf leerjaar 6 te doen. Het accent ligt op de spreekvaardigheid en het doel is om kinderen kennis te laten maken met de Engelse taal. Engels staat wekelijks op het programma. De leerkrachten gebruiken hiervoor verschillend bronmateriaal, waaronder de methode The Team.

Motoriek

In de peuter- en onderbouwgroepen wordt spelenderwijs aandacht besteed aan de motorische ontwikkeling van de kinderen. Tijdens de gymlessen, het buitenspelen en het werken in de hoeken wordt de ontwikkeling van de grove motoriek gestimuleerd. De fijne motoriek wordt gestimuleerd door o.a. knutselen en kleien met het gebruik van gereedschap daarvoor als schaar, kwast en lijm, kleimesjes, vormpjes, spelen met zand en/of water en materiaal en zelfredzaam materiaal.

Alle bouwen spelen dagelijks buiten waar de kinderen door het mooie groene schoolplein worden uitgedaagd in hun grove en fijne motoriek. Daarnaast hebben zij 2 tot 3 x per week bewegingsonderwijs.

Schrijven

In de onderbouw krijgen de kinderen van leerjaar 2 schrijfdans. Dit is ter voorbereiding van het schrijven. Middels muziek en dans bewegen kinderen van grote naar kleine bewegingen. In de les wordt het schrijven spelenderwijs geoefend door het maken van een schrijfdanstekening die zij symmetrisch maken.

Kinderen uit leerjaar 3 die nog onvoldoende rijp blijken voor schrijven kunnen de schrijfdansles voortzetten. In leerjaar 3 t/m 8 wordt de methode Pennenstreken ingezet voor het schrijfonderwijs en een ontspannen pengreep.

Wereldoriëntatie

Voor de wereldoriënterende vakken gebruiken we de volgende methoden:

Lilaland voor de leerjaren 1/2

In de leerjaren 1/2 wordt de methode Lilaland gebruikt als bron voor wereldoriëntatie aan kleuters.

Deze methode past bij onze visie op spelend leren. Met verhaal of spel wordt de nieuwsgierigheid van kinderen geprikkeld en raken zij gemotiveerd om te gaan onderzoeken en ontwerpen. Door spel komen alle mogelijke vormen van ontwikkeling samen en worden alle vakgebieden op een betekenisvolle manier met elkaar verbonden. De kinderen worden gestimuleerd om samen bezig te zijn en ontwikkelen zo al jong hoe ze problemen kunnen oplossen, creatief kunnen denken en andere 21e-eeuwse vaardigheden toepassen.

Argus Clou voor de leerjaren 3 t/m 8

Argus Clou is ‘professor in alles’: aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Hij daagt kinderen uit om anders over de wereld na te denken. De kinderen ontrafelen mysteries en onderzoeken kijkplaten. Met Argus Clou leer je ze aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek op een spannende manier!

De leerjaren 5 t/m 8 sluiten het thema af met een toets of een creatieve verwerking(presentatie).

Verkeer
Voor verkeer maken we gebruik van de methode die uitgegeven wordt door VVN, Veilig Verkeer Nederland. Deze is digitaal, waardoor er vanuit VVN steeds een actueel aanbod voorhanden is, en kinderen verkeerssituaties visueler voorgeschoteld krijgen. De kinderen krijgen als kort project praktisch verkeersles aangeboden. In leerjaar 7 nemen de kinderen deel aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen.

Aanvullend op de methoden gaan kinderen o.a. naar de kinderboerderij, musea, theater, kinderconcerten en krijgen zij schooltuinlessen in de leerjaren 6 en 7.

Expressievakken

Dit zijn de vakken tekenen, muziek, handvaardigheid en drama. Expressie is een manier om gevoelens en ervaringen te beleven, te verwerken en te uiten. Expressie kan een onderdeel zijn van ieder vakgebied. Daarnaast volgen de kinderen een cultuurtraject om ook op andere wijze met muziek, musea en theater in aanraking te komen. De kinderen van leerjaar 1 t/m 8 krijgen muziek­lessen van hun eigen leerkrachten. Zij leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en ermee te communiceren. Kwaliteiten als samenwerken, luisteren, reageren en creëren bieden een goede basis voor hun ontwikkeling. Spelenderwijs ontdekken kinderen hoe leuk het is om samen muziek te maken en groeit daarmee hun zelfvertrouwen.

Lekker Fit en bewegingsonderwijs

De groepen 1/2 krijgen twee maal per dag bewegingsonderwijs van de groepsleerkracht. Hiernaast krijgen de onderbouwgroepen één keer per twee weken les van de gymdocent. Leerjaar 3 t/m 8 krijgt twee tot drie maal per week les in lichamelijke oefening. Het gymrooster wordt begin van het schooljaar via de weekbrief gecommuniceerd.

Levensbeschouwing

Voor het vak levensbeschouwelijk onderwijs werken we met de methode Hemel en Aarde en verhalen uit de verschillende kinderbijbels. De methode hanteert jaarlijks 5 thema’s waar godsdienstelijke en levensbeschouwelijke verhalen in naar voren komen.

De christelijke vieringen worden hierin benoemd, maar staan los van de thema’s. D.m.v verhalen en vraagstellingen komen leerlingen tot een eigen visie.

Rond de christelijke vieringen vinden projecten plaats. Ook andere religies en geestelijke stromingen komen aan bod. In de leerjaren 6 t/m 8 worden bezoeken gebracht aan de verschillende gebedshuizen zoals een moskee, kerk en tempel.

Burgerschap

Scholen bereiden leerlingen voor op hun latere functioneren in de maatschappij, Daar hebben die niet alleen de basisvaardigheden taal en rekenen voor nodig, maar ook kennis om als zelfstandige burgers te kunnen leven. Het gaat dan bijvoorbeeld om kennis van democratie, politieke besluitvorming en mensenrechten en om het omgaan met maatschappelijke diversiteit.

Vanuit het strategisch beleidsplan streven alle scholen van de RVKO ernaar de kinderen te leren om belangen af te wegen, keuze te maken en een eigen weg te gaan met als doel dat ze voor zichzelf én voor anderen kunnen en willen zorgen en een zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij.

Binnen de RVKO zien we grote verschillen in de achtergrond en levensvisie van medewerkers, ouders en leerlingen. We werken vanuit verbondenheid met ruimte voor deze verschillen. Vanuit de missie en de visie van de RVKO, laten we onze identiteit tot uiting komen via zeven kernwaarden; verwondering, respect, verbondenheid, zorg, gerechtigheid, vertrouwen en hoop.

Het ontwikkelen van burgerschapscompetenties van leerlingen is hiermee een kerntaak van onze school. Dit draagt eraan bij dat zij hun eigen normen en waarden herkennen en daarmee een eigen identiteit kunnen vormen. Wij zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Burgerschap zit vaak in andere vakken geïntegreerd, daar is ook de PO-raad voorstander van. Ook zijn er jaarlijks themaweken zoals Lentekriebels en de Week tegen Kindermishandeling. Monitoring van tevredenheid bij leerlingen gebeurt jaarlijks via een leerling-enquete, evenals de veiligheidsbeleving. Ouders en leerkrachten worden iedere twee jaar gevraagd om de ouder-enquete in te vullen. Het beleidsplan Burgerschap is ter inzage beschikbaar bij directie.